iSCSI-servers
Met het iSCSI-protocol kunnen schijven, logische volumes en bestanden worden geëxporteerd van een serversysteem (ook wel een doel genoemd) als blokapparaten naar clients (ook wel initiators genoemd). De meeste Linux-systemen hebben de software in hun pakketdatabase die nodig is om te fungeren als een iSCSI-client of -server, hoewel deze mogelijk niet standaard wordt geïnstalleerd.

Op deze pagina kunt u systemen aanwijzen als iSCSI-servers, zodat ze logische LVM-volumes of gewone bestanden kunnen exporteren naar hostsystemen voor gebruik als virtuele systeemschijfkopieën. Dit heeft het voordeel dat virtuele systemen tussen hosts kunnen worden verplaatst zonder dat er schijfkopieën hoeven te worden gekopieerd. U kunt er ook de opslag op een enkele server mee centraliseren, in plaats van dat elke host zijn eigen grote schijven of volumegroep nodig heeft.